De onrust loert in de kieren van de dag
Die overgaat in avond
Nacht en ontij, slapeloze uren
Kwetterende vogels bij het aanbreken van
Een nieuwe morgen
Jubelend zonlicht dat het donkerblauw weer
Overwint
En onbezorgd mijn ogen vindt
Mijn vermoeide ledematen sust
Na kilometers lopen –
De pijn hield me weer wakker.
Liefste
Jij
Jouw armen, mond, handen sterk en zacht
Warme lijf
Vurige verlangen-
Ik mis de begrenzing van jouw huid
Je geur die mij omhult
Het openbreken in jouw omhelzing
Oneindig vloeien in overgave aan
Jouw honger en hunkering, gelijk of groter
Nog dan de mijne
Je oogopslag waarin ik me geborgen weet
Veilig
En gekoesterd
Zo zeer bemind…
Bang als ik ben voor kwetsbaarheid
Na alles dat mij brak, de vrees die opsteekt
Bij enig teken van verwijdering of afstand nemen
De pijn altijd een stap voor willen zijn-
Nee, ik wil niet langer leven als een vluchteling,
Een reiziger zonder doel, een zwerver zonder wortels
Laat ons samen vallen en samen stromen en onze beider loop verleggen tot iets moois en
Nieuws en groots en vruchtbaar blijken
Voor heel het leven dat we willen delen
Het gezamenlijk streven naar vervulling van de ziel die in ons huist,
De zaligheid van het mogen thuiskomen in de ander
Gespiegeld in degenen die ons dierbaar zijn
Met ons mee bewegen
Zo wij dichter en dichter mogen komen bij de bron
Van Al dat is, was en zal zijn
Jij, mijn liefste
Ik heb jou lief
Ik heb je geduld nodig, je begrip, je
Inlevingsvermogen, je schouder en je steun
Meer nog dan je lippen die me de hemel in zoenen,
Je armen die me beschermen
Juist je kalmte, als de storm opsteekt
En ik me niet kan verschuilen achter eigenheid En inzicht,
Demonen de kop op steken, ik
Overgenomen lijk door wat niet meer leeft maar nog gehoord wil worden
Tot mij spreekt, mij ontregelt
– De ruimte die je me geeft,
Het eindeloze vertrouwen in dit hart
Dat durft te kloppen voor ons, voor jou
Dat je naast me staat
Me vasthoudt, niet loslaat, dicht bij me blijft
Wetend, geruststellend
Want die storm gaat ooit liggen
En jij zal mij altijd vinden, voelen,
Verlangend naar jou
En je zal weten dat niets, maar dan ook niets
Tussen ons in kan staan.
