Vertrouwd; dat ben je -en vreemd, tegelijk / Ik meen je te kennen, maar nee! / Een valkuil vol trucjes verschijnt ten tonele / Maar ik weiger een greep uit haar muil
Ik zie hoe maniertjes en rollen verschijnen / Daar, waar ik wil zijn wie ik word / De wrevel van onmacht lijkt wilder te snorren / -Dit keer overwoeker ik haar!
Want weet je, zo ben ik; ontwortelen zal ik / Mezelf, en dat onkruid erbij! / Aarde, zo vruchtbaar als wijsheid, dat wil ik / En die wijsheid, die zal ik vergaren
Ik plant me in velden vol liefde en licht / En ik drink uit een heldere bron / En zo ik ooit begon op dwalende paden / Ik weet waar ik heen ga
-Ik kom
Mijn thuis is een huis vol herinnering aan later / Aan wat ik zal zijn in mijn ziel / En God weet hoezeer ik Zijn mensheid wil dienen / Het lied zing dat leeft in mijn hart:
Want menslief, ik hou van je.
.