Zeg, waar was jij dan, verloren man, alleen, daar in het donker?
Waar was jij dan, vergeten man, omringd door je gedachten?
De wereld wachtte aan je voeten, maar jij moest boeten, voor een nacht zonder slaap
-Of een glas teveel, op de leegte in je leven..
.
En wat deed jij dan, verweesde man, alleen, daar met je vrienden?
Wat deed jij dan, vervreemde man, omringd door de verwachting?
Zoveel verachting in je ogen –was alles dan gelogen?
Ieder woord, ongehoord, door de weemoed overstemd
-Of de kilte in je hart, verward als je leek..
.
Je leek wel losgeslagen, in niet-gedragen zinnen
Wist niet waar te beginnen, laat staan waar op te houden
-Kon je niet vertrouwen op de stilte in je ziel?
Ah, mijn hart ging naar je uit; ik wilde je omarmen
Je eenzaamheid verwarmen, en je dan weer laten gaan
Ik zou je liefde geven, daar, in Odeon
.
Waar het nieuwe slechts een schuilplaats biedt aan wat reeds is vergaan
Maar waar de zanger zich verloor bij het wassen van de maan
Waar de illusie van de grootheid in het niet valt bij het lied
En waar het podium te groot bleek voor de schaduw van verdriet
.
Dus zeg, wie ben je dan, verwarde man, alleen, daar diep van binnen?
Wie ben je dan, verlegen man, omringd door al je twijfel?
Is dit de prijs die je betaalt voor verschaalde herinneringen
Die je blijft bezingen, door het leven overmand
-Of een leven vol verliezen, omdat je niet kon kiezen voor de inhoud of het glas..
.
Want jij, jij houdt jezelf gevangen in het rouwen om wat was
Maar je moet de dood vergeven, om te herrijzen uit je as!
.
.
En “De liefde gaat..; de liefde gaat”
Ga je met haar mee?
.
.
.
(1 maart 2007, “Recensie” Frank Boeijen in Odeon, Zwolle)
.
.