Zelden was ik bang om een vriendschap te verliezen
Want al te vaak verloor ik van de overmacht
Maar jij bent me dierbaar, en jou wil ik kennen
Vreemd als je bent, vertrouwd tegelijk
Kan ik me verweren door mezelf te verliezen
In de volheid van jouw overmoed?
Want jij bent me dierbaar, en jou wil ik kennen
Groots als je bent, klein tegelijk
Ik zal je niet vragen jezelf uit te spreken;
Dat kan en dat mag niet, ook al is het mijn wens
Toch vraag ik me af wat je lippen verzwijgen
Als je ogen weer reiken naar de onrust in mijn hart
Maar waarom zou ik je niet zeggen dat ik om je geef?
En waarom zou ik je niet zeggen dat ik van je hou?
Mooi mens als je bent; ik kan gewoon niet anders!
‘In den beginne was het woord..’ en ik behoor haar recht te doen
Toch weet ik wat het teweeg brengt
Als ik je vertel wat ik voel..
Maar je zou het niet begrijpen.
En zelden was ik bang om een vriendschap te verliezen –
.
.