Voor zolang het moge duren zal ik je toebehoren / Al draag ik niet jouw ring / Al slaap jij niet naast mij
In de waarheid die ons scheidt is het de weemoed die ons bindt; / Een reiken naar verloren tijden, voor verbintenis ons brak
Want wij betreden een verleden diep verborgen in de spijt / Die verlangen met zich meebrengt, en die de toekomst ons verwijt
Maar hoe kun je je verweren tegen dat wat wil bestaan? / Hoe kun je je verbergen in de schaduw van de maan?
Ook al loop je in het donker, en verberg je je gezicht / Je gevoelens zijn zo zichtbaar dat ze stralen in het licht / Lang ontstoken in je hart
Dus laat ik zijn wat licht wil wezen / En omhels ik jou, zo bang te breken / door de schijn die je verscheurt
.
Maar ik vraag je:
.
Heb me lief
.
.