Vannacht hield jij me vast, voelde ik jouw vingers op mijn wang / Mijn lichaam in jouw armen; / Jouw honger in mijn handen
Warm was mijn lijf; zacht, onder jouw aanraking / En in het donker voelde ik me geborgen / Door de onverholen hartstocht waarmee jij mij de jouwe maakte
Buik aan buik, huid aan huid, stortte jij je liefde uit / Sloot jij me in je hart / En ik wist: daar wil ik blijven
Drijvend op jouw hartslag trotseerde ik jouw bloed / Want in de kalmte van je weloverwogenheid, in de kracht van jouw overgave / Vond ik mezelf
-En kwam ik tot rust
Verstrengeld in verlangen, verbonden door het lot / Draag jij me op aan de raadsels van dit leven
En op het randje van de slaap verval ik in gedachten / Scherp mijn ziel aan de randen van de nacht
.
Want ik, ik droom van jou
.
.