Laat me nou, mijn hoofd;
Verberg je muizenissen in de kamers van mijn ziel
Lang ontsloten voor ontspoorde herinneringen
Aan wat ik graag vermijd om mijn gang te kunnen gaan
.
Laat me toch met rust!
Ik wil niets meer verwachten van de onrust in mijn hart
Keer op keer geweerd uit het huis van wie ik liefheb
Een zwerver ben ik nu, en ik huil om wat ik voel
.
Je maakt me tot een wees -ik, omringd door zoveel liefde!
Met veel verfijnde vrienden, en een overdaad aan goeds
Waarom blijf jij me achtervolgen met een leugen vol verleden?
Ik heb lang genoeg geleden; ik leef nu, ik wil vooruit!
.
Jij wringt je in mijn schaduw nog voordat een stap gezet is
Nog voor het zonlicht schijnt op wat er in mij leeft..
Maar wat wil je dan van mij? Verlos me van die ketens!
Want ik ben moegestreden; teveel onmacht, teveel pijn
.
Jouw zandkasteel nam grond van de dromen in mijn ogen
Maar vermengde menig traan met de hoogmoed van venijn
Hoe kan jij met haar leven, met het mes nog in mijn rug?
Het blijft mij maar verwonden; laat me nou toch gaan!
.
Steeds weer val ik terug in de misstap van jouw schreden
Want jij omheint mijn al met de grenzen van gemis
Hoe kan ik nou ontsnappen als dit verdriet mij openrijt?.
.
.
..