Vrijdagavond 28 maart. Het is de avond voordat de zomertijd ingaat, en in Theaterzwembad De Regentes in Den Haag zal die avond een waar feestje gevierd worden. Nee; niet een Westers feestje, maar een aanstekelijk en uitbundig ritmespektakel van donkere Marokkaanse bodem. Menig bezoeker zal na afloop van het concert nog lang het bezwerende effect van de opzwepende beat in zijn of haar lichaam hebben gevoeld.
.
Het is al half negen geweest als Gustavo Pazos Conde van de NPS het publiek in een korte introductie uiteenzet wat voor concert zij die avond precies gaan meemaken. Dat hijzelf een groot fan is van deze muziek, Marokkaanse Gnawa, mag blijken uit zijn enthousiaste gebaren en sympathieke woorden. Hij besluit zijn inleiding met een uitnodiging aan het publiek om vrijelijk de stoelen te verlaten om de ruimte voor het podium dansend of anderszins te bevolken als men zin heeft, om zich over te geven aan de muziek.
.
Dan is het podium eindelijk aan de imponerende Gnawa maâlem (meester) Hamid El Kasri en de vijf mannen die zijn ensemble vormen. Vanuit de coulissen zwelt het geluid van twee trommels aan, en een bijna oorverdovend geklepper barst los terwijl het gezelschap verschijnt. We zien Hamid El Kasri en een andere man elk een van de twee grote versierde trommels bespelen, een t’bal, en de vier overige mannen klepperen erop los met elk een qarqaba (grote achtvormige klepper van metaal) in hun linker- en rechterhand. Het is een daverende entree; het publiek is meteen flink wakker geschud. Dit belooft wat! De trommels worden weggezet, en de mannen nemen hun plaatsen in op het podium.
De innemende El Kasri bespeelt met verve de gumbri, een lange rechthoekige basluit met drie snaren. Zijn faam als vooraanstaand zanger binnen de rituele muziek van de Gnawa traditie lijkt hem op het lijf geschreven: wanneer hij zingt, doet hij dat met een warme, welluidende stem, en vol overtuigingskracht. De andere mannen zingen als in koorzang afwisselend met hem mee, met luide, schelle stem in Afrikaans aandoende stijl, terwijl ze hun qrâqab laten klinken. Van tijd tot tijd komt een van de mannen het podium af, om soms met duizelingwekkend voetenwerk te dansen voor het podium. Opvallend is de man rechts naast El Kasri: hij straalt een onmetelijk kracht en energie uit, en heeft gedurende het grootste gedeelte van het concert een enorme lach op zijn gezicht. Hij zet daarbij de meeste passen voor hem en zijn bijzangers in, en geeft hen het ritme aan.
.
Gnawa is onlosmakelijk verbonden met zwart Afrika, in meer dan een opzicht. Over de oorsprong van het woord zijn de meningen verdeeld: volgens sommigen betekent gnâwa ‘afkomstig uit Guinee’, maar volgens anderen is het direct gerelateerd aan het Berberse aguinaoua, hetgeen ‘de zwarten’ betekent. De term wordt in ieder geval gebruikt om de zwarte en donkere mensen in Marokko aan te duiden van wie de afstamming terug gaat op zwarte slaven uit landen ten zuiden van de Sahara. Ook staat de term voor een Marokkaanse soefi-orde, die veel Berberse en animistische West-Afrikaanse kenmerken vertoond. Daarnaast duidt de term de Noord- en West-Afrikaanse rituele muziek aan die het in feite is. Het leidt tot trance bij de deelnemers aan het ritueel, de zogenaamde lila, waarbij djinni (geesten) worden uitgedreven en baraka (zegen) wordt verkregen, en waarbij de deelnemer zijn m’louk, de zeven eigen geesten, om raad vraagt. Deze rituelen kennen bepaalde stadia die gerelateerd zijn aan de fases van vervoering, waarbij bepaalde kleuren van bijvoorbeeld kleding, bepaalde typen wierook en bepaalde handelingen ieder een eigen rol spelen.
.
Los van de muziek, de immense energie van de mannen en het onuitputtelijke geklepper van hun qrâqab -wat zien we een kleur op dat podium! El Kasri zelf is gekleed in een glanzende, geborduurde lichtblauwe jellaba gnaouia over zwarte kleding, een zwart hoofddeksel en keurige zwarte schoenen. Zijn mannen dragen eveneens glanzende, maar goud-gele jellaba’s met eenzelfde patroon qua borduursel (dat bij hen echter geborduurd is in bruin-zwarte kleuren), met daaronder een zwarte trui, witte broek, witte sokken, een geel hoofddeksel, en knalgele belagha (spreek uit bèlera, slofjes). Naar de symbolische betekenis van hun kleurige kleding kan ik slechts raden, maar zeker is dat het ergens voor staat.
Een aantal mensen uit het publiek, vooral dames, geeft gedurende het concert voor het podium in verstilde beweging uiting aan wat de spirituele lading van de muziek met ze doet. Eén jonge vrouw, in zwierige kleding en met wapperende sjaal, draait als een volleerde Turkse derwish minutenlang rond –een wat vreemde eend in het harde geklepper van deze Marokkaans-Afrikaanse bijt, maar onverwacht harmonieus; trance blijft trance.
.
Met veel gejoel en gefluit vraagt het publiek na afloop van het concert om een toegift -en die geven de heren, met steelse blikken naar elkaar en ja; met olijke gezichten. Een van de Gnawa’s springt van het podium af om mensen in het publiek te vragen te komen dansen. Als dan uiteindelijk ruim een kwart van het publiek de weg vindt naar diezelfde ruimte voor het podium om tóch nog even los te gaan, zien Hamid en zijn mannen er ronduit tevreden uit.
.
.
(Danielle Durst Britt, 28 maart 2008)
.
.
Interessante links:
.
> Deze recensie op de website van Theaterzwembad De Regentes
> Hamid El Kasri bij Gnawa Crossroads 2007
> Hamid El Kasri bij Mondomix
> Nu bekend: het programma van het Festival de Fès Musiques Sacrées du Monde 2008!
> NPS
.
.
het was wel de mooite waard!
zo`n beschrijving,kan alleen maar Aya Doen!! 😉
Gr..,Salaheddin