Said Hafiz

Said Hafiz was te zien op donderdag 17 januari 2008 in Theater De Regentes te Den Haag, vrijdag 18 januari 2008 in de Geertekerk te Utrecht, en zaterdag 19 januari 2008 in Podium Mozaïek te Amsterdam. Line-up: Said Hafiz (zang), Said al-Sayad op`ud (luit), Mahmud al-Sayad op kawala (kleine Egyptische bamboefluit) en Hassan Ghaydan op tabla. In 2008 richtte ik mij in mijn studie Islamic Studies nog op de status van soefizangers in Egypte; later veranderde dat (zie ‘About’).

Over Said Hafiz

Said Hafiz is de artiestennaam van de blinde shaykh Said Hassan Hafiz Idris. Said Hafid werd in 1951 geboren in Ismailiya, een havenstad in het noordoosten van Egypte.

Door zijn blindheid maakte de jonge Said de keus om na het jarenlang volgen van lessen op koranscholen te gaan studeren aan de al-Azhar universiteit te Cairo. Daar legde hij zich toe op het leren zingen van inshad dini, ofwel religieuze liederen, en de tajwid, het reciteren van de Koran. Na het doorlopen van zijn opleiding aan de Azhar verwierf hij de titel shaykh. Hierna studeerde hij muziek bij  de vooraanstaande Egyptische componist Ahmed Abd-el-Qader (o. 1984), een beroemde zanger en componist van seculiere muziek. Zo vreemd als deze overstap op het eerste gezicht mag lijken, zo vanzelfsprekend was deze voor Said Hafid, als men bedenkt dat er binnen de seculiere muziek gebruik wordt gemaakt van dezelfde maqamat, muzikale modi, als binnen de religieuze muziek.

In 1973 begon Said Hafizs’ professionele carrière en werd hij erkend als munshid, zanger van religieuze liederen. Hij zong in diverse religieuze programma’s op radio en tv. In 1979 draaide men zijn lied “Hamdulillah” (“God zij dank”) op de nationale radio, en vanaf dat moment zou men ook Koranrecitaties van zijn hand gaan uitzenden. Ook presenteerde hij religieuze en mystieke gezangen tijdens soefibijeenkomsten in de Sayyidna al-Husayn moskee en de Sayyidana Zaynab moskee in Cairo. Hechte contacten met de populaire Egyptische zangers en componisten Mohammed Lahlu (“Ya habibi, kan zaman”) en Imam al-Bahr Darunish (“Ya rasul Allah, ya habib Allah ”) zouden Said Hafiz niet alleen in Egypte grote bekendheid geven, maar ook in de rest van de Arabische wereld.

In 2002 werd hij voor het eerst uitgenodigd om het daaropvolgende jaar op te treden tijdens het prestigieuze Fès Festival musiques sacrées du monde, waar Said Hafiz inmiddels zes keer zijn medewerking aan verleende. Twee keer trad hij op in Tunesië; één keer in Frankrijk; één keer in Barcelona en Girona in Spanje; en nu voor het eerst in ons land, in Den Haag, Utrecht en Amsterdam.

De Spaanse journalist Marino Rodriguez schreef in 2005 in het magazine La Vanguerdia over Said Hafiz het volgende: ‘De blinde zanger Said Hafiz, een verbluffende mengeling van de swing, inspiratie en fysieke presentatie van Ray Charles, Nusrat Fateh Ali Khan en Luciano Pavarotti, geeft een wonderbaarlijke uitvoering van Egyptische religieuze liederen.’

Mijn interview met Said Hafiz is gebaseerd op de gesprekken die ik met hem had op vrijdag 18 januari 2008 in de Geertekerk te Utrecht en op zaterdag 19 januari 2008 in Podium Mozaïek te Amsterdam, voorafgaande aan zijn optredens. Donderdag 17 januari 2008 heb ik zijn optreden in Theater Zwembad De Regentes te Den Haag bijgewoond, evenals op vrijdag 18 januari in de Geertekerk te Utrecht. De dag van zijn vertrek naar Egypte, zondag 20 januari 2008, heb ik hem en zijn muzikanten nog op Schiphol ontmoet, en daar afscheid van hen genomen. Het interview kwam tot stand met behulp van Gustavo Pazos Conde (voormalig NPS producer en programmeur), Yoessef Ghazi (Said Hafizs’ impressario) en Hatim Suleiman (medewerker Concertzender).

Interview met Said Hafiz

In het kader van mijn afstudeeronderzoek binnen de master Islamic Studies hou ik mij bezig met de relatie tussen de orthodoxe islam en het soefisme in Egypte, en het effect van deze relatie op de  het werk van de munshidin van mystieke inshad dini, zoals shaykh Ahmed al-Tuni en shaykh Yasin al-Tuhaymi. Ziet u door uw eigen werk als munshid verschil en/of spanningen tussen moslims die een strenge, orthodoxe islam aanhangen en moslims die een meer mystieke benadering van de islam volgen, zoals de soefi’s?

‘Je hebt vrome soennitische moslims met een lange baard die als ze gaan trouwen ervoor kiezen om een munshid uit te nodigen om religieuze liederen ten gehore te brengen. Die munshid wordt dan echter alleen begeleid door vier à vijf muzikanten die de daff (ook wel duff of riqq genoemd) gebruiken, een tamboerijn met vijf schellen. Dat instrument was namelijk al in de tijd van de Profeet Mohammed in gebruik, en is daardoor in de visie van orthodoxe moslims toegestaan. Andere Egyptenaren willen op hun trouwfeest echter populaire muziek horen, variërend van klassiekers van Umm Kulthum en Abd-el-Halim Hafiz tot de liedjes van moderne zangers en zangeressen. Dergelijke muziek is dan goed voor het gemoed en de sfeer, en het draagt bij aan het ervaren van welzijn bij de toehoorders. Daarbij versterkt de muziek de stem van degene die zingt.

In mijn werk richt ik me op het zingen van religieuze liederen pur sang, niet op religieuze liederen met een mystieke ondertoon -zoals wel het geval is bij een munshid die een soefi-orde vertegenwoordigt. Ik woon dan ook niet uit persoonlijke motieven de bijeenkomsten van soefi’s bij, of dat nou een hadra is of een layla viering (respectievelijk een frequente bijeenkomst en een bijeenkomst laat op de avond). Eerder noemde je shaykh Ahmed al-Tuni en shaykh Yasin al-Tuhaymi; ik ken hen niet, al zullen veel mensen die zich bezighouden met het soefisme hen wel kennen.’

(Op dat moment hoor ik kawala-speler Mahmud al-Sayad zeggen dat hij in het verleden heeft samen gewerkt met Ahmed al-Tuni.)

‘Ah, Mahmud zegt dat hij vroeger in het ensemble van shaykh Ahmed al-Tuni heeft gespeeld. Hij kent hem dus wel. Overigens, in mijn ogen is driekwart van de Egyptische bevolking niet bezig met religieuze dogma’s. Ik beschouw de islam niet als een dogma; iedereen heeft zijn of haar eigen band met God. Het belangrijkste is dat de islam mensen ‘goed’ maakt, en correct in hun handelingen.’

Zingt u ook andere genres dan de inshad dini?

‘Jazeker. Ik zing ook graag liedjes van Umm Kulthum en AbdelHalim Hafez, bepaalde poëzie, en nummers geschreven door bijvoorbeeld de bekende dichter Ahmed Shawqi en Imam al-Busari. Wat ik op de radio en op de televisie zing wordt echter vooraf inhoudelijk gekeurd, dat is puur religieus. Maar thuis heb ik op mijn computer een hele bibliotheek aan populaire muziek, traditionele muziek, klassieke muziek, en religieuze muziek, onder andere van het madih genre, waarin over God of de Profeet gezongen wordt. Daar geniet ik echt van.’ (In de madih van soefizangers worden overigens ook soefiheiligen lof bezongen.)

Tijdens uw drie concerten hier in Nederland wordt u aangekondigd als zanger van spirituele muziek, van mystieke liederen, alsof u een soefizanger bent. Ik begrijp uit uw eerdere woorden dat u juist niet persoonlijk of als zanger verbonden bent aan een soefi-orde, en dat wat u zingt eigenlijk niet zozeer spiritueel of mystiek van aard is. Hoe vindt u het dat u op andere wijze wordt gepresenteerd?

‘O, is dat zo? (Lacht) Ach, ik zing hier in Nederland niet echt religieuze nummers, omdat ik denk dat het Europese publiek daar niet op zit te wachten.’

Wat zingt u dan wel tijdens uw concerten hier?

‘Nou, wat ik hier zing heeft op zich wel een religieuze ondertoon hoor. Ik dacht alleen dat een christelijk publiek niet in islamitische religieuze muziek geïnteresseerd is. Daarom zing ik wat toegankelijker liedjes.’

(Later begrijp ik dat de shaykh, zoals ik al vermoedde, daadwerkelijk een nummer van Umm Kulthum heeft gezongen, “Al-qalb yi’ashaq kullu gamil”, oftewel “The heart loves all that is beautiful”, waarbij in de context van shaykh Said Hafids zang God wordt bedoeld met “kullu gamil”. De tekst, religieus getint en met een licht mystieke ondertoon, is van de grote Egyptische dichter Bayram al-Tunsi (1893-1961) en de muziek is van de hand van Riyad al-Sunbati. Dit werd mij verteld door de van oorsprong Egyptische Hatim Suleiman (actief voor o.a. het radioprogramma Orient Express van de Concertzender), die bij de concerten in Utrecht en Amsterdam aanwezig was. Hij zei verder dat de shaykh tijdens elk concert in Nederland ongeveer 2 religieuze liederen zong op een totaal van ongeveer zes, waarbij alleen het eerste lied uit het genre van de inshad dini afkomstig was.)

Voor zover ik het kan inschatten trekt u in Nederland juist een zeer gevarieerd publiek: van moslims tot christenen, en van mensen met een algemene interesse in het Midden-Oosten tot nieuwsgierige niet-gelovigen. Zij komen juist speciaal voor u omdat zij denken dat u een soefizanger bent en mystieke liederen zingt.

‘Het verbaast mij wel dat mensen hier daarin geïnteresseerd zijn. Dat had ik niet gedacht. In mijn visie zijn de munshidin die gerelateerd zijn aan soefi-ordes minder professioneel en capabel, maar dat komt omdat zij vaak geen professionele opleiding tot zanger van dat soort muziek hebben gehad. Daarom beschouw ik wat ik doe als beter en meer verantwoord, in artistiek opzicht. Ook ben ik van mening dat er een groot verschil bestaat tussen religieuze muziek zoals ik die uitvoer, en de spirituele of mystiek-religieuze muziek die door soefizangers wordt uitgevoerd. Het is gewoon anders van aard.’

U gaf aan dat u niet uit persoonlijke overwegingen een hadra of een layla viering van een soefi-orde zou bijwonen. Bent u wel geneigd om met uw ensemble op te treden tijdens dergelijke bijeenkomsten?

‘O ja, jazeker, dat doe ik wel. Bij belangrijke mawalid (meervoud van mawlid, mulid in het Egyptisch-Arabisch) ben ik wel eens aanwezig om op te treden, bijvoorbeeld in de moskee van Sayyidana Nafissa en de moskee van Sayyidna al-Husayn. Ik zing heel af en toe wel eens soefimuziek hoor.’ (Hij zet daarop een typisch soefilied in, waarop zijn muzikanten hem stemmig bijvallen.)

Wordt er ook speciaal voor u gecomponeerd?

‘Ik heb het geluk gehad al vroeg te mogen werken met de Egyptenaren Mohammed Lahlu en Imam al-Bahr Darunish, allebei bekend en gerenommeerd zanger en componist. Ik zing ook liedjes van hen. Weet je wel dat ik meer dan 250 nummers heb opgenomen?’

Nee, dat wist ik niet. Wil dat zeggen dat uw muziek in Egypte massaal op bandjes en cd’s te koop is? Enkele bezoekers van uw concerten in Den Haag en Utrecht hadden namelijk graag een cd of een bandje van uw muziek willen kopen, maar dat was niet mogelijk.

‘Nou, er is wel muziek van mij te koop in Egypte, maar niet massaal. Het produceren is op zich niet zo kostbaar, maar voor religieuze muziek is er gewoon geen grote markt. Populaire muziek heeft veel meer aftrek. Overigens, mijn muziek wordt veel gedraaid op een Egyptisch radiostation voor zang gebaseerd op de Koran: Idha‛at al-Qur’an al-karim. Veel van wat ik heb opgenomen wordt daar gedraaid, dat zijn ibtihal (dit is een genre religieuze zang waarin een smeekbede of lovend gebed centraal staat). Zo’n acht keer per maand doe ik ook de adhan van salat al-fajr (de oproep tot het eerste gebed, vroeg in de ochtend), en dat wordt op radio en televisie uitgezonden.

Schrijft u zelf ook liedjes?

‘Door mijn opleiding kan ik muziek schrijven en componeren, maar ik kan helaas geen poëzie schrijven. Ik noemde  Mohammed Lahlu en Imam al-Bahr Darunish omdat ik liedjes van hen zing, maar  twee andere belangrijke componisten zijn mijn leermeester Ahmed AbdelQader (o. 1984) en shaykh Sayyid Mekkawi (o. 1997). Verder heb je bijvoorbeeld AbdelWahab Mohammed, Ammar al-Sharay en Helmi Amin.’

Wat maakte dat u koos voor voor een opleiding aan de Azhar?

‘Kijk, ik ben blind. Dan heb je op zich niet heel veel mogelijkheden in Egypte. De beste keuze is om je te wijden aan de islam, aan de Koran; dan kom je op een bepaalde leeftijd vanzelf bij de Azhar uit. Gelukkig heeft de religie altijd mijn interesse gehad.

Een voorbeeld van een blind iemand die desondanks veel heeft bereikt is trouwens Taha Husayn (1889-1973, een bekende Egyptische schrijver; een van zijn bekendste boeken is zijn autobiografie “Al-ayyam”, De Dagen). Hij kwam uit het zuiden van Egypte, uit de Sa`ied, maar hij heeft aan de Sorbonne in Parijs gestudeerd en een graad behaald, en hij was naast zijn schrijverschap ook actief als diplomaat. Hij was zelfs directeur van de Cairo University!

Nu ben ik officieel een munshid : ik werk als zanger voor de radio en het nationale theater. Het nationale theater valt onder het ministerie c.q. de raad van cultuur.

Had u, toen u aan het begin van uw opleiding aan de Azhar stond, kunnen bedenken dat u nu, jaren later, als een bekende Egyptische zanger van religieuze liederen hier in Nederland zou optreden?

‘Nee, in geen geval. Ik besef mij dat ik een bevoorrechte positie heb. Het is een geschenk van God dat ik herkend en erkend wordt, en dat ik wordt uitgenodigd om in het buitenland op te treden. Dat begon in 2002, vijf jaar geleden, toen ik optrad in het Opera-gebouw in Cairo. In Egypte is er trouwens een 21-koppige band om mij te begeleiden; dat is wat anders dan zoals ik hier nu optreed, met drie muzikanten.

Maar goed, in dat Opera-gebouw was tijdens het concert dat ik daar gaf iemand uit Marokko aanwezig, en deze man bewonderde mijn stem. Hij nodigde mij uit om in 2003 op te treden tijdens het festival voor musiqa ruhiya, religieuze muziek te Fès (het Fès Festival musiques sacrées du monde). Inmiddels heb ik daar nog vijf keer mogen optreden. Die eerste keer in Fès hoorde een Spaanse vrouw mij zingen, en zij nodigde mij vervolgens uit om het jaar daarop naar Spanje te komen. Dankzij haar trad ik in 2004 op in Barcelona en Girona. Daardoor heb ik Yoessef leren kennen (Yoessef Ghazi is shaykh Said Hafizs impresario. Hij woont in Barcelona, maar zijn wortels liggen bij de Amazigh in Marokko), en  Yoessef heeft ervoor gezorgd dat ik nu in Nederland ben. Hij heeft mij in contact gebracht met Gustavo Pazos Conde van de NPS.’

Met alles wat u tot nu toe heeft mogen bereiken in gedachten, waar kijkt u naar uit in de toekomst? Koestert u nog bepaalde verwachtingen of hoop om iets anders wezenlijks te bereiken?

Alhamdulilah, God zij dank voor alles in mijn leven. Toch zou ik graag in financieel opzicht er beter aan toe willen zijn, meer zelfstandig zeg maar, en mij daarover minder zorgen willen maken. Ik blijf blind, en ik heb wel een vrouw en dochter om voor te zorgen. Kijk, een mooie villa zou ook aardig zijn, en een goede nieuwe auto met chauffeur. Daarbij zou ik best meer bekend willen zijn in de rest van de wereld, maar vooral in Amerika en in Saoedi-Arabië. Amerika omdat het geweldig zou zijn om daar Arabischtalige religieuze muziek van de islam te laten klinken, en Saoedie-Arabië omdat ik daar helaas nog nooit heb opgetreden. Als hartland van de islamitische wereld is dat toch een droom van mij, om daar te mogen zingen. Momenteel geef ik ook les aan zowel mannen als vrouwen die religieuze muziek willen leren zingen, al zijn het meer mannen dan vrouwen. Dat geeft mij veel voldoening, om mijn kennis over te dragen en anderen op te leiden. En ik ben blij met mijn huidige positie als bekende zanger op de radio en televisie; ik heb toch een bijzondere plek wat dat betreft.’

U noemde uw vrouw en dochter. Wat betreft uw dochter, zou u willen dat zij een soortgelijke religieuze opleiding als u zou volgen? Of heeft u een andere levensinvulling voor haar in gedachten?

‘Mijn dochter, Aliya, is nu negen jaar. Ze heeft een mooie stem, maar ze wil graag lerares worden. Ik verwacht niets van haar in de zin van dat ze iets zou moeten of behoren te doen; dat mag zij zelf kiezen.’

Indien u de kans zou krijgen om opnieuw uw leven te leiden, wat zou u anders willen doen en wat zou u onveranderd laten?

‘Ik zou willen dat ik niet blind was, zodat ik voor mijzelf verantwoordelijk zou zijn, en niet afhankelijk van anderen. In principe ben ik blij met alles wat ik doe en heb gedaan. Misschien zou ik nog meer mijn best doen om te reizen en in meer landen op te treden, om mijn stem te laten horen. Ik had het eerder al over Amerika en Saoedie-Arabië, maar ik zou graag ook Israël bezoeken, en ik wil ooit nog eens in Parijs en Londen optreden.’

Waar bent u binnenkort te zien?

‘Ik ben voor twee gelegenheden dit voorjaar in de Maghreb te vinden, in Marokko. In april zal ik optreden tijdens een festival in Fès voor musiqa sufiya (soefimuziek), en in juni voor de zevende keer tijdens het internationaal gerenommeerde festival voor musiqa ruhiya (religieuze wereldmuziek; het befaamde Fès Festival musiques sacrées du monde). Ik kijk er naar uit om weer daar op te mogen treden. Inshallah, als God het wil.’

Said Hafiz and ensemble © AYA 2008
Said Hafiz and ensemble © AYA 2008
Said Hafiz and ensemble © AYA 2008
Said Hafiz and ensemble © AYA 2008

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close