Jij en ik;
ongekend
een nooit voor mogelijk gehouden paar
Bier als water
versus
water bij de wijn
Blauwgrijze ogen vorsen
peilend in mijn diepte,
reiken
ver voorbij de grens
tot waar ik jou laat gaan
Toch aanvaard ik jou,
gulzig, ongenadig,
ongemeen
frontaal
tot tranen toe geroerd
Gelach klinkt in mijn oren
keer op keer op keer;
kinderlijk geluk
in lang bevroren onschuld
Ja, ik geef me over (aan wat ik niet begrijp)
Ja, ik heb je lief (misschien wel meer nog dan mezelf)
Strijd spreekt uit wat ik ervaar
pijnigt mijn hersens dag na dag
Want waarom raak jij mij zo?
Mijn waakhond, woest:
“Scheer je weg en kom niet nader!”
Mijn hart, gerust:
“Laat me niet gaan..”
Sir, we’ve got some unfinished business.