Het licht van weer een nieuwe maan beroert mijn gedachten / Zoals de glans in jouw ogen / die keer op keer verraadt waar je aan denkt
.
Zo helder als deze nacht is / zo troebel is mijn gevoel: / Want ik worstel met mezelf
.
Ik veroordeel mijzelf om dit vervreemdend verlangen / Mijn verstilde verwarring / en mijn gehechtheid aan jou
.
Ja, ik blijf op een afstand; /
Nee, ik kom niet nabij!
.
Maar hoe het ook zij / al is het ondraaglijk /
Jij droomt nog van mij
-En ik hou je vast / in de kracht van jouw zwijgen
Want geen woorden bedreigen /
De stem van je hart
.
En ik ben niet doof / terwijl het lijkt alsof ik je niet hoor / Om mezelf te beschermen tegen de pijn van een illusie
.
Want jij bent niet voor mij.. /
.
Maar ik hunker naar jou
.
.