Jij wolharige jak; jij ridder van de rede,
Jij onthaalt het schuim der aarde
Op de strijdkracht van je taal
Waarachtig, nobel en heldhaftig,
Lyrisch, gek en geniaal
-Fnuikend voor wie bralt uit hoogmoed,
Want ook dwars en hondsbrutaal
Jij schrijft in diep doorvoelde zinnen,
Haalt je kracht als uit een droom
Ver van platgetreden paden,
Waar je rondwaart zonder schroom
– Wat je vijanden ook zeggen;
Jij baadt je midden in de stroom
Jij weet je dansend met de geesten,
Reikend naar het hoogste lied
Vóór de dag de nacht weer opschrokt,
Macht het middelpunt weer vliedt
Jij heft je glas op schijn en schoonheid,
Eert de hartstocht, vrouw of niet;
Jij verstaat de kunst van vrezen
Waar liefde heiligheid in ziet
Jouw verlangen is je spiegel,
Je reflectie rauw verdriet;
Luid verhaald, onnoemlijk krachtig
Wijs, verstild en diep aandachtig
– Geenszins dwaas of hypocriet
Maar laat verleden je verlaten,
En waan je nimmer in ’t verschiet;
Slechts je zwakte kan je sterken,
Oude pijn voorgoed verwerken
Als jij vergeeft wat is geschied
Leef in het moment..