Jij verlangt van mij de dag – een voorrecht
vroeger voorbehouden aan een enkeling
Besef je wel wat je zegt,
weet je wel wat je vraagt?
Ik zie, voel dat je het meent
Het maakt me stil..
Jij raakt me diep
Ik voel me kwetsbaar daar waar ik jou zie naderen, waar
ik eerder werd verlaten op de minst vermoedde wijze
Het is zoveel makkelijker me te geven vanuit de nacht, de
losgelaten liefde te leven en zélf vrij te maken,
voorbij de verwachting te handelen
naar de geest van het moment
Waar jij nadert is nog pijn, ben ik
beurs van binnen, lik ik
wonden die nog schrijnen
Vandaar mijn lichte tred, vandaar de geringe aarzeling
vóór ik mijn verleden afleg, jouw vuur toesta
dicht te schroeien
wat nu eindelijk mag helen
Die jas van wat was past mij niet meer, niet
nu ik mij door jou zo liefdevol
gedragen weet